BTW verlegd naar de medecontractant: wanneer toepassen ?
Om te bepalen of de BTW verlegd moet worden naar de medecontractant door de leverancier is het belangrijk om de volgende drie voorwaarden na te kijken.
- Welke werken worden uitgevoerd ?
Het moet gaan om werk in onroerende staat. Onder werk in onroerende staat wordt begrepen: “het bouwen, verbouwen, afwerken, inrichten, herstellen, onderhouden, reinigen en afbreken, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed, en de handeling die erin bestaat een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt”.
- Is de klant/opdrachtgever BTW plichtig ?
De klant moet een geldig BTW-nummer hebben en ook periodiek BTW-aangiftes indienen.
- Zijn deze werken geheel of gedeeltelijk beroepsmatig ?
De werken moeten gebeuren aan een pand dat geheel of gedeeltelijk beroepsmatig gebruikt wordt. Echter wanneer het pand waaraan de werken uitgevoerd zijn, eigendom is van een vennootschap dan wordt dit altijd als beroepsmatig bekeken.
Indien er op één van de drie bovenstaande vragen niet bevestigend geantwoord kan worden dan moet er gefactureerd worden met 6 of 21 % BTW
Indien de klant / opdrachtgever een factuur ontvangt met BTW, terwijl deze echter verlegd moest worden heeft de klant / opdrachtgever geen recht op aftrek